Vanaf 1 januari 2022 is het in 16 Rotterdamse wijken niet meer mogelijk om een woning te kopen als de koper er zelf niet in gaat wonen. Alleen onder strenge voorwaarden mag vanaf dan een woning worden verhuurd.
Wethouder Bas Kurvers (Bouwen en Wonen) noemt dit een belangrijke stap: “Malafide beleggers maken het zeer lastig voor woningzoekenden en zorgen voor problemen in de wijk. Met de invoering van deze Opkoopbescherming verwachten we dat het schaarse aantal koopwoningen in handen komen van starters en middeninkomens die graag in Rotterdam willen komen én blijven wonen.” Voor nieuwbouw geldt momenteel al een zelfbewoningsplicht.

Speculeerders maken het lastig om een passende woning te vinden voor serieuze woningzoekenden
AANPAKKEN VAN SPECULEERDERS
De invoering van de Opkoopbescherming heeft de gemeente Rotterdam gestart om verdere excessen op de woningmarkt tegen te gaan. Als eerste van de vijf grote gemeenten in Nederland pakt Rotterdam particuliere verhuurders aan om starters en woningzoekenden met een middeninkomen een eerlijke kansen te geven voor het kopen van een woning tegen een redelijke prijs. Deze regeling komt ten goede van de leefbaarheid van meer kwetsbare wijken, waar de gemeente veel misstanden in woningen tegenkomt zoals overbewoning, prostitutie of hennepteelt.
16 WIJKEN in ROTTERDAM
Voor de selectie van de wijken is gekeken naar een combinatie van het aantal woningen in de wijk dat momenteel particulier verhuurd wordt, én in hoeverre de leefbaarheid onder druk staat. Een selectie werd gemaakt met daarin onder andere de wijken Bergpolder, Bloemhof, Blijdorp, Carnisse, Groot IJsselmonde, Hillegersberg-Zuid, Hillesluis, Het Lage Land, Kralingen-Oost en -West, Middelland, Nieuwe Westen, Oud-Mathenesse, Oud-Charlois, Rubroek en de Tarwewijk. In deze wijken is de Opkoopbescherming alleen van toepassing op woningen in het lage- en middensegment, met een WOZ waarde tot €355.000,-.
VERHUURSVOORWAARDEN
Uitzonderingen met betrekking tot verhuur zijn natuurlijk mogelijk, bijvoorbeeld het verhuren van de woonruimte aan directe familieleden (ouders, kinderen, broers en zussen). Of als de eigenaar van de woning voor een langere periode, maximaal 1 jaar, op reis gaat. Hiervoor is dan een vergunning nodig die alleen de eigenaar van de woning kan aanvragen. Het verhuren van een woonruimte zonder vergunning kan de huurder echter wel duur komen te staan; als de gemeente dit signaleert kunnen de boetes oplopen tot maar liefst € 21.750,-.
Source: MijnVBO